Historisch recept: Appelmoes in de vastene

In de middeleeuwen werd wat er op tafel kwam sterk bepaald door de katholieke kerk. Appelmoes is een gerecht wat al in die tijd veel werd gegeten. In de grote vastentijd tussen carnaval en Pasen maakte men een wel heel bijzondere versie, namelijk met visselever! De smaak is iets zilt maar toch kruidig en zoet door het gebruik van gember en kaneel. Een verrassend lekkere appelmoes!

Appelmoes in de vastene
Neemt appel, gepelt ende ghesneden in sticken. Doetse in eenen pot ende neemt die leuere van cabbelyauwe van schelvissche ende doetse metten appelen zieden, ende huutsse wel dickent. Ende wrijft soffraen cleene, dan stampet daer in ende tempert met amandelen melke. Ende alst bereet es dan pouderet ende doet in platteelen ende strooyter cruut bouen vp

Voor ongeveer 1 flinke pot

Ingrediënten

  • 1/2 kilo zure appels, ik gebruikte “zigeunerin” appels
  • 50 gram gemalen amandelen
  • 100 ml water
  • 1/2 tl saffraan, even geweekt in een klein beetje warm water
  • 1/4 theelepel gemberpoeder
  • 1/4 tl kaneelpoeder
  • 35 gr kabeljauwlever of schelvislever

Instructies

  1. Schil de appels, verwijder het klokhuis en snijd in stukken
  2. Doe de stukken appel samen met de gemalen amandelen, water (in plaats van deze 2 ingrediënten kun je ook 100ml amandelmelk gebruiken) en saffraan in een pan en breng op laag vuur aan de kook
  3. Laat ondertussen de visselever uitlekken
  4. Kook de appels op een laag vuur tot ze zacht zijn. Roer af en toe, je kunt altijd wat extra water of amandelmelk toevoegen als de moes te droog wordt
  5. Wil je een hele fijne appelmoes? Voeg dan als de appels zacht zijn de visselever toe en pureer de appelmoes met een staafmixer. Hou je net als ik van een wat grovere appelmoes? Plet de lever dan op een bordje en roer deze door de zacht geworden appelmoes
  6. Roer de gember- en kaneelpoeder door de appelmoes en schep in een serveerschaal of pot