Bij de naam frickedil denk je waarschijnlijk meteen aan onze huidige frituur frikandel, maar eigenlijk is het de voorloper van onze huidige gehaktbal. De frickedil komt uit de zeventiende eeuw en wordt met verschillende recepten beschreven in ‘De Verstandige Kock’. Hieronder volgt het recept voor frickedillen in kropsla, met dank aan coquinaria voor de hoeveelheden. Het is een smakelijke gehaktbal die door de dooier in het midden een smeuïge textuur krijgt.
Toch heeft deze frickedil wel iets te maken met de huidige frikandel, want in 1954 transformeerde de slagersknecht Gerrit de Vries de gehaktbal tot een staaf. Later is deze receptuur veranderd door Jan Bekkers waardoor de snackbar frikandel is ontstaan.
Ingrediënten:
400 gram kalfsgehakt
50 gram kalfsniervet of boter
4 middelgrote kroppen sla
4 hardgekookte eieren
nootmuskaat, foelie, peper en zout naar smaak
Saus:
2 fijngestampte beschuiten
50 gram boter
2 tot 3 eetlepels verjus, ciderazijn of sap van kruisbessen of zurige druiven
Instructies:
- Was de sla.
- Kook de eieren hardgekookt.
- Kruid het gehakt naar smaak.
- Hak het kalfsniervet (of de boter) en meng dit door het gehakt.
- Haal de eidooiers uit de hardgekookte eieren.
- Verdeel het gehakt over vier ballen.
- Stop de eidooiers in de gehaktballen.
- Leg de gehaktbal in de sla en bind deze dicht met touw.
- Breng een pan water aan de kook die tot 1/3 van de gehaktballen komt.
- Leg de kroppen in de pan en zet het vuur laag.
- Doe de deksel er op en keer ze na zeven minuten om.
- Laat de gehaktballen nog 7 minuten stoven.
- Haal de gehaktballen uit de pan.
- Voeg de beschuitkruim en verjus (of een van de andere bovenstaande producten) naar smaak toe aan 1/3 van het overgebleven vocht en kook dit in op hoog vuur.
Je kunt ook een eenvoudigere versie maken door de saus, sla en de dooier achterwegen te laten en in plaats daarvan wat sinaasappel- of citroenschil door het gehakt heen raspen. Dit geeft een erg frisse en speciale smaak aan de gehaktbal. Deze gehaktballen kunnen vervolgens gewoon in een pan worden gebraden en hoeven niet gekookt te worden.